Coaching gaat vaak over worden. We willen van plek a naar plek b. Op plek a is het niet goed. Daar willen we niet meer wezen. Op plek a zitten we vastgeroest, wordt onze creativiteit niet meer aangesproken, branden we op, worden we ziek. Het is daarom wezenlijk goed om op zoek te gaan naar plek b. Leven gaat over groei, gaat over verandering, gaat over wording.
Tegelijkertijd zit daar een addertje onder het gras. Want sowieso, of we nu op plek a, b of c, x, y of z zijn: onze neiging is om daar niet te willen zijn. Er is altijd wel iets dat stoort, kriebelt of jeukt. Er is altijd bestaanspijn, of als die er niet is, duikt er wel angst op dat deze vreugdevolle toestand toch niet durend kan zijn. De neiging is om weg te duiken voor de levende ervaring, voor het doodeenvoudige, maar toch niet zo heel eenvoudige ‘zijn’.
Het ‘gevaar’ van coaching is, dat het de neiging kan versterken om de oplossing voor onrust, moeite met leven en zielepijn te zoeken in het ‘weg van hier’. Het houdt de schijn op dat als je maar hard genoeg aan jezelf werkt, dat je dan je leven in eigen hand hebt, dat dan je leven maakbaar is.
Het is dan ook de kunst om heel paradoxaal zowel zijn als worden de rol te geven die ze toekomt. Het leven is soms enorm pijnlijk of soms verrukkelijk, het bestaat uit eb en vloed. Er is duisternis, er is licht. De kunst is om open te staan voor alles wat zich aandient.
En tegelijkertijd met volle overgave te werken, te studeren, te zoeken en te oefenen. En te verlangen naar de verandering die eraan zit te komen.
0 Comments