Als je een groot verlangen hebt om je werk in de wereld te zetten komt dat uit een diepe bron. Er leeft een talent in jou dat wezenlijk is. Dat talent is volstrekt eigenaardig – er is niemand die is zoals jij bent. En dat talent wil naar buiten. Een plaatje van een lemniscaat kan dat verduidelijken – dit leerde ik van mijn leraar Jan Kortie. Stel je voor dat in de linkerkant van het lemniscaat jouw ‘zijn’ zit. Daar bevindt zich jouw nog ongemanifesteerde talent zit.
ZIJN DOEN
Jouw ‘zijn’ is letterlijk ongekend. Geen mens kent jouw diepte, jouw bijzonderheid, jouw innerlijke rijkdom. Van binnen zijn je mogelijkheden onbegrensd.
Maar dat ‘zijn’ wil uitgedrukt worden in het ‘doen’. Je talent wil naar buiten, wil gekend worden. Jouw geluid wil gehoord worden in de wereld. Dan kom je in het rechterdeel van het lemniscaat, dat van het ‘doen’. Daar wordt je talent zichtbaar, kunnen anderen ervan profiteren, manifesteert het zich in de buitenwereld.
De kunst is nu om vloeiend van zijn naar doen te bewegen en weer terug. Elke ademtocht, elke minuut, elk uur, elke dag, elke week, elke maand en elk jaar. Om enerzijds diep geworteld te zijn in het ‘zijn’, in je diepste bronnen. En aan de andere kant van ganser harte uitdrukking te geven aan je talent in het ‘doen’.
Dat vloeiend in elkaar overlopen van zijn en doen gaat niet altijd even gemakkelijk. Om van ‘zijn’ naar ‘doen’ te komen moet je soms enorme weerstanden overwinnen: onzekerheid, angst, traagheid. De kunst is om diep naar binnen te luisteren, en dan werkelijk gehoor te geven aan wat er naar buiten wil komen. Dit heeft soms tijd nodig, tijd van wachten, zwijgen, stilte.
Eenmaal in het ‘doen’ is het soms weer lastig om terug te komen in het ‘zijn’. Wie kent niet de licht verslavende werking die er van ‘doen’ uitgaat? Zeker omdat ‘doen’ in onze maatschappij op een bijzonder hoog voetstuk staat, is het verleidelijk om te blijven draven en lijstjes afvinken.
Als je alleen maar rondjes blijft draaien in het doen gaat dat op den duur bijzonder leeg en ongeïnspireerd voelen. Maar als je alleen maar rondjes draait in het ‘zijn’ ben je niet zichtbaar en hoorbaar in de wereld. Dan blijft jouw talent letterlijk ‘ongekend’. Ook frustrerend!
Bij het werken aan een eigen praktijk hoort dus het vloeiend leren bewegen tussen zijn en doen. Tussen je diepste inspiratie en de concrete manifestatie daarvan in de wereld.
Een van de mooiste manieren om daarmee te oefenen, is het gebruiken van je stem. In het ‘zijn’ zit jouw nog ongekende muziek. En in het ‘doen’ zit jouw voor de wereld hoorbare concrete geluid. Je stem geeft een hoorbare vorm aan jouw diepste zijn, en helpt je om naar buiten te treden. En tegelijkertijd brengt je zingen je dichter bij je ware talent, en helpt je dus om de weg naar binnen te vinden. Je stem gebruiken en zingen maakt de overgang tussen zijn en doen alsmaar vloeiender.
Experimenteer eens in de badkamer met jouw stemgeluid. Waar zit de schroom, waar het verlangen? Waar straal je, en wanneer ga je terug in je vogelkooitje? Welke gebieden in je stem zijn nog onontgonnen? Welke trilling staat op het punt om los te barsten?
Heb je meer noten op je zang bij het werken aan je praktijk, dan dat er momenteel uitkomen? Wees dan van harte welkom op de stemwerkdag ‘Geef stem aan je praktijk’ op 17 april a.s.
0 Comments